1.4. Stand van zaken na de kadernota en voor de begroting

Tussen het opstellen van de kadernota en het opstellen van de begroting in de periode tot en met half september 2017 zijn nieuwe mutaties opgetreden. Het is een dynamisch proces, waarbij in de financiële huishouding van de gemeente voortdurend veranderingen optreden. Deze mutaties komen door concrete besluitvorming op onderwerpen, meevallers en tegenvallers ten opzichte van de geraamde bedragen, circulaires van het rijk en het doorrekenen ervan aan de diverse staten van personeel, investeringen, reserves en voorzieningen en rente.
Nieuwe mutaties na de vaststelling van de besluitvorming over de kadernota zijn:

1. Toerekening overhead
De kosten van overhead worden geraamd op het taakveld overhead. Een deel van de overhead wordt extra-comptabel doorberekend aan de gesloten huishoudens. Er wordt overhead doorberekend aan riolering, afval en aan de grondexploitaties.

2. Loonkosten bestuur en ambtelijke organisatie
Het verschil wordt veroorzaakt door het opnieuw berekenen van de staat van salarissen, op basis van de laatst bekende gegevens over de formatie, inschaling, sociale lasten. Ook is er rekening gehouden met de nieuwe CAO.
Vanaf 2019 vervalt een wachtgeldvergoeding aan een oud-wethouder, omdat de oud-wethouder dan met pensioen gaat. Er is een voorziening gevormd voor de pensioenbetalingen.
De aanpassingen in het functieboek/inschaling medewerkers en kosten trainees komen hoger uit dan verwacht.

3. Aanpassing staat van activa afschrijvingen
Door actualisering van de kredieten in de meerjarenbegroting zijn de kapitaallasten veranderd.

4. Aanpassing kleine budgetten
Er zijn enkele kleine budgetten aangepast binnen de begroting om ze beter in lijn te brengen met de bestedingen.

5. Riolering
De baten en lasten voor het product riolering zijn opnieuw doorberekend. De btw hierover wordt meegenomen in de berekening van de rioolheffing en komt ten gunste van de algemene dienst. Daarnaast zijn ook de kosten voor onkruidbestrijding toegerekend aan de riolering. Dit is conform het nieuwe gemeentelijke rioleringsplan (vGRP).

6. Directe salariskosten afval, riolering en grondexploitatie
In de notitie overhead van de commissie BBV is voorgeschreven dat de salarislasten zoveel mogelijk rechtstreeks per taakveld geboekt moeten worden en niet meer door middel van een uurtarief inclusief overhead. De salariskosten voor de gesloten exploitaties zoals riolering, afval en grond drukken niet op de gewone gemeentelijke exploitatie en worden extra comptabel gecorrigeerd.

7. Afval
De baten en lasten voor het product afval zijn opnieuw doorberekend. De btw hierover wordt meegenomen in de berekening van de afvalstoffenheffing en komt ten gunste van de algemene dienst.

8. Leges omgevingsvergunning
Enkele keren per jaar vergelijken we de te verwachten legesopbrengsten per project met de ramingen en er volgt een bijstelling. Door verschuivingen van de te verwachten aanvragen over jaargrenzen is bijstelling noodzakelijk. De leges van de reguliere vergunningen voor (ver)bouw van woningen is meegenomen conform de ramingen en de leges voor projecten (zoals bedrijfsbouw en woningbouw) is op basis van een gemiddelde voor de jaren 2016 tot en met 2020 meegenomen.

9. Eigen begroting raad
Met het aantreden van een nieuwe raad in 2018 is het budget licht verhoogd om de introductie van nieuwe raadsleden mogelijk te maken.

10.Aanpassing rente
Het renteresultaat voor S&B is in 2018 € 93.093 nadelig, omdat het rentepercentage van de spaarrente is gedaald van 1,56% naar 1,20%. Tevens is het saldo van de reserves gedaald van € 33.724.000 naar € 31.920.000. Per saldo ontstaat hierdoor een nadeel van ongeveer € 108.000.
De verwachting is dat er in 2018 geen kort geld wordt aangetrokken. Dit levert een voordeel op van ongeveer €15.000.

11. Septembercirculaire
De septembercirculaire laat voor 2018 en verder een kleine plus zien ten opzichte van de mei- circulaire. De belangrijkste oorzaken van deze bijstelling zijn:

Accresontwikkeling:
De ontwikkelingen van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van “samen de trap op en samen de trap af” hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voortvloeiend uit de trap op trap af-methode wordt het accres genoemd.
Voor de jaren 2018 - 2022 spelen naast een iets lager geraamde inflatie vooral de hoofdpunten van de
begroting 2018 een rol in de accresontwikkeling. Zo heeft het kabinet besloten om extra geld uit te
trekken voor de Belastingdienst, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, onderwijs en
veiligheid. Deze ontwikkelingen hebben een positief effect op de algemene uitkering.

Decentralisaties sociaal domein:
Per 2018 zullen vier voorzieningen ten behoeve van gemeenten vanuit het Ministerie van VWS gefinancierd worden. Het gaat om voorziening als de kindertelefoon, vertrouwenswerk jeugd, de anonieme hulplijn (die in de Wmo het ‘anoniem luisterend oor’ wordt genoemd) en de doventolk . Deze taken werden tot en met 2017 gefinancierd vanuit de VNG via een rechtstreekse uitname uit het gemeentefonds. Per 2018 worden deze taken rechtstreeks door het ministerie bekostigd.

12. OZB aanpassing
Op basis van de laatste WOZ-waarden en de verwachte areaalontwikkelingen worden de OZB-tarieven berekend. Een waardedaling of waardestijging van de woningen en niet-woningen wordt verwerkt in het OZB-tarief waardoor dit netto geen wijzigingen in de te ontvangen OZB met zich meebrengt. Wijzigingen in de opbrengsten van de OZB komen alleen doordat de totale WOZ-waarden in de gemeente, zonder de prijsontwikkeling (c.q. waardedaling / stijging) toeneemt of afneemt, door bouw, verbouw en sloop. Het is gebruikelijk dat bij de begroting de totale opbrengst geïndexeerd wordt met de daarvoor geldende inflatiecorrectie. Dit heeft tot gevolg dat de burgers en bedrijven iets meer OZB betalen dan het voorgaande jaar.
De OZB opbrengst neemt ook extra toe door vanwege de inhaalslag die gemaakt moest worden over 2017, waarbij te weinig OZB is berekend (dit is eerder al met u gecommuniceerd).

13. Verkoop landbouwgrond
Het college heeft besloten vooralsnog geen agrarische gronden te verkopen maar deze als strategische objecten achter de hand te houden. Dit heeft een negatief effect op de meerjarenbegroting

14. Kapitaallasten parkeerplaatsen Son
Vanuit de dekkingsreserve wordt een bedrag toegevoegd ten behoeve van de dekking van de kapitaallasten van parkeervoorzieningen in het centrum

15. Intensivering samenwerking Stedelijk Gebied Eindhoven
In de kadernota hebben wij u een voorstel gedaan om ten behoeve van de intensivering van de samenwerking in Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE) een reserve te vormen waarmee voor de komende vier jaar de kosten van de deelname aan de thema's en projecten te dekken. Wij hechten een groot belang aan de samenwerking in het stedelijk gebied Eindhoven en we verwachten dat ook na deze vier jaar middelen nodig zijn. Daarom stellen wij voor om de middelen niet incidenteel ter beschikking te stellen, maar er een structurele bijdrage van te maken.

16. Collectieve ziektekosten verzekering
Minima ontvangen een gemeentelijke tegemoetkoming om de maandelijkse premie voor de collectieve zorgverzekering te kunnen compenseren. Deze is de afgelopen jaren niet geïndexeerd.

17. Beleidsruimte nieuwe raad/college
Na de verkiezingen, als er een nieuwe raad en college aantreed, willen wij de mogelijkheid bieden om nieuw beleid mogelijk te maken.

18. Groeipad Son en Breugel
Er heeft de afgelopen jaren een bezuiniging plaatsgevonden op de budgetten van het groeipad. Er wordt nog gerekend aan de diverse benodigde structurele budgetten, maar wij willen nu toch al voorstellen in deze begroting een verhoging mee te nemen.

Onderwerp

2018

2019

2020

2021

Stand meerjarenbegroting cfm pagina 27 kadernota

58.607

272.173

615.806

557.977

+/+ is voordeel, -/- is nadeel

Voorgestelde aanpassingen begroting

2018

2019

2020

2021

Autonome ontwikkelingen

1

Toerekening overhead

S

40.524

60.440

59.057

51.152

2

Loonkosten bestuur en ambtelijke organisatie

S

-86.228

-38.599

-54.087

-47.150

3

Aanpassing staat van activa afschrijvingen

S

111.796

111.855

116.442

10.303

4

Aanpassing kleine budgetten

S

-7.920

-7.920

-7.920

-7.920

5

Riolering

S

62.121

19.223

24.275

24.275

6

Directe salariskosten afval, riolering en grondexploitatie

S

57.195

57.195

57.195

57.195

7

Afval

S

54.461

54.695

54.929

55.157

8

Leges omgevingsvergunning

S

-46.500

-46.500

-46.500

-46.500

9

Eigen begroting raad

S

-4.752

-1.532

-1.532

-1.532

10

Aanpassing rente

S

-93.093

-93.725

-89.256

-137.841

11

Septembercirculaire

S

92.407

37.941

47.701

46.084

12

OZB tarief berekeningen

S

28.400

7.300

-12.900

-10.700

13

Verkoop landbouwgronden

S

-80.000

-80.000

-80.000

-80.000

14

kapitaalslasten parkeerplaatsen Son

S

22.700

22.700

22.700

22.700

15

Intensivering samenwerking Stedelijk Gebied Eindhoven

S

-100.000

-100.000

-100.000

-100.000

16

Collectieve ziektekosten verzekering

S

-4.100

-4.100

-4.100

-4.100

17

Beleidsruimte nieuwe raad/college

S

-75.000

-150.000

-225.000

-300.000

18

Groeipad Son en Breugel

S

-50.000

-140.000

-380.000

-105.000

Totaal

-54.189

-266.627

-608.127

-549.037

Begrotingssaldo

4.418

5.546

7.679

8.940

Waarvan structureel

365.149

153.558

52.345

112.681

Waarvan incidenteel

-360.731

-148.012

-44.666

-103.741

+/+ is voordeel, -/- is nadeel

Begrotingsruimte 2018 en verder
De jaren 2018 tot en met 2021 zijn structureel sluitend. Voor 2018 zijn de incidentele bestedingen bekostigd uit de reserve vrije bestedingsruimte.