Inleiding
In deze paragraaf wordt kort toegelicht welke uitgangspunten zijn gebruikt voor de berekeningen in deze meerjarenbegroting. Tevens worden afwijkingen ten opzichte van voorgaande jaren toegelicht.

Indexen
Voor de begroting 2018 en verder zijn de volgende indexen gebruikt. Deze zijn vastgesteld bij de kadernota 2017-2021 in uw vergadering op 6 juli 2017:

Indexcijfers MJB 2016-2019

2018

2019

2020

2021

Loonkostenindex

2,30%

2,30%

2,30%

2,30%

Materiële kostenindex

0,90%

0,90%

0,90%

0,90%

Tariefopbrengsten / inkomsten

2018

2019

2020

2021

Gewogen kostenontwikkeling

1,1%

1,1%

1,1%

1,1%

De indexpercentages die worden gehanteerd voor de begroting van het jaar 2018 zijn de percentages uit de Macro Economische Verkenning. Dit uitgangspunt wordt in de regio gehanteerd en ligt ook vast in de financiële verordening.
Het gaat om de "Loonvoet sector overheid" voor de index van de lonen en de "Prijs netto materiële overheidsconsumptie (imoc)" voor de index van de prijzen.
Voor de index lonen geldt dat kan worden afgeweken als cao onderhandelingen/afspraken hier aanleiding toe geven.

Rente
Zoals in het boekwerk kadernota is aangegeven is het door de wijzigingen van de commissie BBV niet meer mogelijk om voor alle onderdelen binnen de begroting met eenzelfde rente te rekenen.
Voor de begroting 2018-2021 zijn de volgende rentepercentages gebruikt:

Renteschema

%

Bespaarde rente over reserves

1,20%

Bespaarde rente over voorziening verliesgevende complexen bouwgrond

2,00%

Rente grondexploitatie

0,50%

Rente activa

1,00%

In de paragraaf financiering is het totaal van de rente en doorberekening van de rente opgenomen.