Het college heeft een open en actieve houding in communicatie en samenwerking met de 4 O’s: Inwoners en ondernemers mogen, kunnen en willen meedenken en meedoen.
Diverse instrumenten voor participatie worden bedacht en ingezet om inwoners, ondernemers en andere partners te betrekken in het beleidsvoorbereidings-, besluitvormings- en uitvoeringsproces.
Bij ieder onderwerp of project wordt nagedacht over een passende participatievorm en wijze van communiceren.

Communicatie wordt ingezet als strategisch instrument in verschillende fases van beleidsontwikkeling- en beleidsuitvoering. In een vroegtijdig stadium wordt nagedacht over de rol, inzet en vorm van communicatie.

Communicatie is gericht op toegankelijke en begrijpelijke publieks- en ook persvoorlichting. Het gebruik van begrijpelijke taal in alle lagen van de gemeentelijke organisatie wordt gestimuleerd met behulp van coaching, een Taalteam, cursussen/workshops en de ontwikkeling en gebruik van formats.

Het college stimuleert in haar dienstverlening en communicatie naar inwoners -waar mogelijk- het gebruik van digitale communicatiekanalen en – middelen: e-mail, website, apps, digitale borden en sociale media. De toepassing en het gebruik sociale media wordt uitgebreid en gestimuleerd. De gemeentelijke begroting komt digitaal beschikbaar.

Als gezicht van de gemeente nemen de collegeleden de woordvoering naar pers en het publiek actief ter hand. Wekelijks worden n.a.v. de collegebesluiten persberichten verstuurd en persgesprekken gevoerd. Indien nodig wordt de pers individueel (telefonisch) te woord gestaan en worden, vaak samen met andere betrokken partnerorganisaties, extra persgesprekken of –conferenties georganiseerd.

Ook in 2018 zullen diverse grote projecten en gebeurtenissen vragen om gerichte en specifieke communicatieactiviteiten. Voorbeelden zijn de centrumplannen, groenbeleid, de overgang naar LED voor de openbare verlichting en opkomstbevordering en lijsttrekkersdebat bij de gemeenteraadsverkiezingen, alsook advies en ondersteuning bij inwerken het nieuwe college en opstellen van het collegeprogramma.

Op 2 december 2016 besloot uw raad rond de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 kandidaat-wethouders te verplichten mee te werken aan een integriteitstoets en een Verklaring Omtrent het Gedrag (screeningsprofiel Politieke ambtsdragers) te laten inleveren. Voor genoemde toets dient de notitie "Werkwijze Integriteitstoets Kandidaat-Wethouders gemeente Son en Breugel" van mevrouw mr. dr. G. van den Biggelaar als uitgangspunt genomen te worden. Een en ander is in lijn met het in maart 2015 vastgestelde ''Beleidskader integriteit gemeente Son en Breugel''. Dit proces is inmiddels voor de periode na 21 maart 2018 ingeregeld.

In oktober 2016 is de jeugdgemeenteraad feitelijk van start gegaan. Evaluatie heeft in het derde kwartaal 2017 plaatsgehad en op basis daarvan wordt de jeugdgemeenteraad -met aandacht voor verbeterpunten- voortgezet.

De gemeenteraad heeft een visie op zijn eigen bestuurlijke toekomst geformuleerd. De kern van deze visie komt op het volgende neer:

1. Intensiveren van de samenwerking binnen Dommelvallei
2. Intensiveren van de samenwerking binnen het stedelijk gebied
3. Visie op bestuurlijke vorm.

In een eerder stadium is er een tijdsschema aan de verschillende stappen gehangen. Voor de eerste stap werd 2 jaar tijd ingeruimd, voor de tweede stap ook en na 4 jaar zou de visie op de bestuurlijke toekomst opnieuw worden bekeken. Door de ontwikkelingen rond de bestuurlijke toekomst in Nuenen is dit echter in een stroomversnelling geraakt. Zowel de samenwerking binnen de Dommelvallei alsook de samenwerking in het Stedelijk Gebied Eindhoven zijn hiervan afhankelijk.

Op 12 juli 2017 werd bekend dat de provincie de herindelingsprocedure, op basis van de Wet Arhi, instelt. Vanaf 15 augustus 2017 is hiermee gestart. Ondertussen liepen al gesprekken tussen Nuenen en Son en Breugel. De uitkomst is onbekend en onduidelijk. De Raad neemt op 2 november een besluit over de bestuurlijke toekomst. 15 februari 2018 is de uiterste termijn waarop de eerste fase van het herindelingsproces, het zogenaamde Open Gesprek, eindigt. In de begroting voor 2017 is een incidenteel bedrag opgenomen van €100.000,-. Dit bedrag zal aan het einde van het jaar nog niet volledig zijn bestemd. Middels de resultaatbestemmingen zal worden voorgesteld de vrijvallende middelen ook voor 2018 beschikbaar te houden. Additionele financiering is dus niet nodig.

In het collegeprogramma ‘Samen duurzaam verder’ wordt prioriteit gegeven aan de regionale samenwerking. Dit wordt versterkt door de visie op de bestuurlijke toekomst. De regionale samenwerking valt onder te verdelen in 3 niveaus: op het niveau van Zuidoost Brabant, op het niveau van het Stedelijk Gebied Eindhoven en op het niveau van Dienst Dommelvallei.

1. Op het vlak van Zuidoost Brabant zijn diverse organisaties actief waarin alle 21 gemeenten in deze regio participeren. Dit zijn de GGD, de Veiligheidsregio (VRBZO), de omgevingsdienst (ODZOB) en de Metropoolregio (MRE). De eerste drie samenwerkingsverbanden betreffen sectorale beleidsvelden en zullen, indien nodig, in het desbetreffende programma aan bod komen. De Metropoolregio heeft een meer algemeen bestuurlijke taak en valt inhoudelijk onder dit programma. Het samenwerkingsverband is in 2017 geëvalueerd. Deze evaluatie is op zijn minst pittig te noemen. Er is niet veel draagvlak voor de samenwerking en de organisatie en structuur van de samenwerking is op zijn zachts gezegd voor velen diffuus. Als gevolg daarvan zal in 2018 een doorontwikkelingsproces worden gestart. Vooralsnog is de bedoeling dat tegen het zomerreces meer duidelijkheid komt over de agenda en de structuur van de samenwerking. Besluitvorming hierover in de gemeenteraad wordt in het derde of vierde kwartaal van 2018 verwacht.
2. In het stedelijk gebied (SGE) werken Eindhoven, Helmond en de randgemeenten samen op het terrein van wonen, werken en voorzieningen. In 2017 zijn belangrijke stappen gezet voor de doorontwikkeling van deze samenwerking. Deze doorontwikkeling is bepalend voor de samenwerking in 2018 en verder en heeft ook financiële consequenties voor Son en Breugel. Het is nog niet bekend wat deze consequenties zijn. Vooruitlopend hierop is in de kadernota €100.000,- gereserveerd voor de komende 4 jaar.
3. Op 1 januari 2014 is Dienst Dommelvallei (DDV) van start gegaan. Vele gemeentelijke taken worden vanaf deze datum uitgevoerd door de dienst: personeel en organisatie, informatisering en automatisering, archief, financiën, controle voor de drie gemeenten en dienstverlening en sociale zaken voor de twee gemeenten Nuenen en Son en Breugel . De gemeente blijft zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de dienstverlening en ook de kaderstelling binnen de planning en control cyclus. We volgen de ontwikkeling van Dienst Dommelvallei intensief. De aansturing en de monitoring gebeuren op drie niveaus: strategisch, tactisch en operationeel. De samenwerking is geëvalueerd, maar vooralsnog zijn er geen stappen ondernomen voor verdere doorontwikkeling of intensivering van de samenwerking. Dit is namelijk afhankelijk van de bestuurlijke toekomst van Nuenen en de besluiten die dientengevolge worden genomen.

Ons huidige Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad is in 2007 vastgesteld.
In 2018 wordt uw raad een voorstel tot actualisatie van deze verordening voorgelegd. Daarbij dient als uitgangspunt het medio 2016 ontvangen modelreglement van de VNG.

In het presidiumoverleg van 19 april 2016 is stilgestaan bij de Verordening op het burgerinitiatief, meer in het bijzonder bij de reikwijdte van de bepaling dat een burgerinitiatief ongeldig is als het inhoudt "een voorstel tot het nemen van een besluit over een zaak waarover korter dan 12 maanden voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad een besluit is genomen (art. 4sub e).
Afgesproken is dat nader bezien zal worden of de tekst en toelichting beter op elkaar afgestemd kunnen worden. Dit zal in 2018 gebeuren.

In maart 2018 vinden verkiezingen plaats voor een nieuwe gemeenteraad. Dit betekent dat hetgeen in deze meerjarenbegroting is opgenomen, onderhevig is aan beïnvloeding door een nieuw bestuur. Met het oog op de continuïteit in de besluitvorming is het derhalve van belang dat goede overdrachtsdossiers worden samengesteld voor de nieuwe bestuurders en een adequaat inwerkprogramma wordt gemaakt. Dat laatste geldt zowel voor de raadsleden als voor de leden van het nieuw aantredende college van burgemeester en wethouders. Een en ander hangt natuurlijk ook af van de nieuwe samenstelling. In het inwerkprogramma is ook aandacht voor samenwerking, waaronder de samenwerking binnen het stedelijk gebied.