Programma
10. Ruimtelijke inrichting
Robert Visser (centrumvisie, ruimtelijke ordening, volkshuisvesting), Kees Vortman (Breugel bruist en gemeentelijke vastgoed) en Tom van den Nieuwenhuijzen (grondzaken en grondbeleid en landbouw)
Lasten en baten
bedragen × € 1.000
Baten
€ 11.808,67
24,0%
Lasten
€ 12.251,54
24,9%
Relevante beleidsnota’s
Relevante beleidsnota’s
Naam | Periode | Vastgesteld in de raad | Planning vaststelling nieuw beleidsplan |
---|---|---|---|
Toekomstvisie voor Son en Breugel | N.v.t. | 21 juni 2012 | N.v.t. |
Structuurvisie voor Son en Breugel | 2014 / 2030 | 6 februari 2014 | N.v.t. |
Woonvisie voor Son en Breugel | N.v.t. | 20 december 2012 | N.v.t. |
Cultuurhistorisch beleidsplan Son en Breugel (zie programma 5) | N.v.t. | N.v.t. | 2018 |
Woningbouwprogramma Son en Breugel 2016/2020 – 2030 | N.v.t. | 16 juni 2016 | N.v.t. |
Centrumvisie Son | N.v.t. | 21 juni 2012 | N.v.t. |
Centrumvisie Breugel en uitvoeringsprogramma | N.v.t. | 21 juni 2012 resp. 29 augustus 2013 | N.v.t. |
Nota Grondbeleid | 2017-2020 | december 2016 | 2020 |
Plan van Aanpak Implementatie Omgevingswet Son en Breugel | 2016 - 2019/2022 | N.v.t. | n.v.t. |
Een ontwikkelingsrichting op weg naar de Omgevingsvisie gemeente Son en Breugel | 2017-2020 | n.v.t. | n.v.t. |
Urgentieverordening gemeente Son en Breugel 2016 | n.v.t. | 17 december 2015 | evt. 2017/2018 (afhankelijk van uitkomsten evaluatie 2e helft 2017) |
Beoogd maatschappelijk effect
Doelmatige benutting en duurzame inrichting van beschikbare ruimte.
Operationele doelstelling(en)
Uitvoering geven aan het uitvoeringsprogramma van de Structuurvisie Son en Breugel
Doel
1.
Na de vaststelling van de Structuurvisie februari 2014 incl. uitvoeringsprogramma, wordt uitvoering gegeven aan het uitvoeringsprogramma. De Structuurvisie geeft niet alleen aan wat moet maar ook wat kan. De Structuurvisie biedt ook kaders om particuliere initiatieven te kunnen beoordelen. Niet voor niets luidt de subtitel ‘een ruimtelijke uitnodiging voor 2020/2030’. Zodra er door derden initiatieven worden ingediend, worden deze getoetst aan de intenties van de Structuurvisie. Indien medewerking wordt verleend aan het initiatief, worden de kosten gedragen door deze initiatiefnemer. Voor bepaalde onderdelen kan de gemeente zelf initiatiefnemer zijn. In dat geval zal per project de urgentie worden bepaald en aan de hand van een projectplan inzicht gegeven worden in de kosten, de wijze van financieren en het vragen om het benodigde (werk)krediet.
Uitvoering geven aan de "Woonvisie Son en Breugel" en monitoren woningbouwinitiatieven aan het "Woningbouwprogramma 2016/2020-2030"
Doel
2.
Op het terrein van het wonen zijn in 2015 de nieuwe Huisvestingswet en de nieuwe Woningwet in werking getreden. In vervolg daarop is op subregionaal niveau binnen de gemeenten van het stedelijk gebied per 1 januari 2016 een Huisvestingsverordening tot stand gekomen die louter toeziet op het onderdeel: urgentie. Daaraan wordt uitvoering gegeven. Evaluatie van deze Urgentieverordening is voorzien in het najaar van 2017 en kan mogelijk leiden tot aanpassingen van deze verordening, welke dan voor vaststelling aan uw raad zal worden voorgelegd (eind 2017/begin 2018).
Wij zijn vanuit het taakveld wonen bestuurlijk en ambtelijk betrokken in werkgroepen en projectgroepen van de Metropoolregio en de provincie (RRO). Tevens is de samenwerking op het taakveld wonen binnen het stedelijk gebied Eindhoven (SGE) geïntensiveerd. Dit heeft geleid tot een nieuw perspectief voor het wonen in het stedelijk gebied Eindhoven “Samen voor een sterke regio!” In vervolg daarop is medio 2017 een nieuw 'Afsprakenkader wonen 2017 Stedelijk Gebied Eindhoven' tot stand gekomen als opmaat voor een nieuw regionaal woningbouwprogramma, waarbij realisme en elkaar versterken vanuit elkaars kracht belangrijke uitgangspunten zijn (vaststelling betrokken gemeenteraden voorzien eind 2017/begin 2018).
Woningbouwprogramma Son en Breugel 2015/2020-2030
Dit woningbouwprogramma is een aanvulling op de reeds vastgestelde woonvisie. Gezien de wijzigingen in wet- en regelgeving en herziene kaders vanuit de regio is het van belang om de te volgen koers voor onze woningbouwprogrammering vanuit onze eigen ambities (Toekomstvisie, Structuurvisie en Woonvisie) in relatie tot onze positie in de regio te actualiseren. In 2018 zal voor de woningbouwprogrammering op de verschillende ontwikkelingslocaties de route zoals beschreven in het nieuwe woningbouwprogramma worden gevolgd. Dit betekent dat de bouwopgave in relatie tot de woonbehoefte van de diverse woonconsumenten / doelgroepen concreter vorm wordt gegeven.
Prestatieafspraken
Naar aanleiding van de nieuwe Woningwet zijn in 2017 “prestatieafspraken nieuwe stijl” gemaakt met woonstichting ‘thuis en Woonbedrijf. Ook de huurdersvertegenwoordigers van beide corporaties zijn hierbij betrokken. Vanaf 2017 leidt dit na een zgn. 'bod' van beide corporaties op de gemeentelijke woonvisie/ woningbouwprogramma via een vaste jaarlijkse wettelijke cyclus tot prestatieafspraken, waarbij de gemeente meer “in control” is. Uw raad wordt hierover jaarlijks geïnformeerd door middel van een aparte bijeenkomst over (de voortgang van) de uitvoering van de prestatieafspraken en actuele thema's die hieraan raken.Tevens worden de mogelijkheden verkend om dit op (sub)regionaal niveau te doen dan wel met gemeenten (belanghouders) waarbij 'thuis en Woonbedrijf ook bezit hebben.
Statushouders
Er wordt op ingezet om de taakstellingen ook de komende jaren te realiseren, vanuit het uitgangspunt dat we onze verplichtingen moeten waarmaken op een wijze die maximaal bijdraagt aan integratie in onze gemeenschap. Integratie is het doel en we zetten in op gespreide huisvesting, taal, begeleiding, meedoen en werk. Daarvoor zijn prestatieindicatoren geformuleerd in het plan van aanpak integratie statushouders. Voor de huisvesting liggen er uitdagingen waarvoor in nauw overleg en met inzet van 'thuis en Woonbedrijf oplossingen moeten worden gevonden en gerealiseerd. Indien nodig worden extra middelen aan de Raad gevraagd.
Afronden herziening bestemmingsplannen
Doel
3.
Om te voldoen aan wettelijke verplichtingen uit het rijks- en provinciaal beleid, de doorwerking van bepalingen uit de Structuurvisie Mobiliteit en Ruimte (Rijksbeleid), Erfgoedwet (cultuurhistorische regelingen), bepalingen uit de Structuurvisie provincie Noord-Brabant en de Verordening Ruimte 2014 (provinciaal beleid), dienen de vigerende bestemmingsplannen tijdig te worden herzien.
Inzake het rijks- en provinciaal beleid is geïnventariseerd welke aspecten verplicht geregeld moeten worden. Op grond van de analyse uit 2016, is in 2016 gestart met de herziening van de vigerende bestemmingsplannen (waaronder de verplichte vertaling van de Verordening Ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant in de vigerende bestemmingsplannen). De ontwerpbestemmingsplannen "Ekkersrijt; Herziening 2017" en "Bebouwde kommen; Herziening 2017" zijn in juli 2017 in procedure gebracht. De start van het ontwerpbestemmingsplan "Buitengebied; Herziening 2017" is verder vertraagd als gevolg van wijzigingen van de Verordening Ruimte 2014. De afronding van de planprocedures van de herziene bestemmingsplannen is voorzien in 2018 en 2019.
Waar de gemeente initiatiefnemer is, draagt de gemeente zelf deze kosten (ten laste van de projectexploitatie). Waar anderen initiatiefnemer zijn, worden de kosten via het kostenverhaal, legesverordening en anterieure overeenkomsten verhaald bij de initiatiefnemer.
Jaarlijks vinden werkzaamheden plaats om bestemmingsplannen af te stemmen op gerechtelijke uitspraken, onderzoeken te doen, de inhuur van externe expertise en het extern laten uitvoeren van werkzaamheden (opstellen ruimtelijke toelichtingen, planregels, digitale verbeeldingen), voorbereidende planologisch stedenbouwkundige studies, kosten voor ‘second opinions', de betaling van proces- en gerechtskosten en dergelijke.
Uitvoering geven aan planprocedures t.b.v. nieuwe initiatieven (bebouwde kommen, Ekkersrijt, buitengebied, initiatieven binnen de gebiedsvisies “Wolfswinkel”, “Keske” en “Driehoek”.)
Doel
4.
Ruimtelijke ontwikkelingen op Ekkersrijt worden begeleid. De afwegingskaders voor de initiatieven zijn vastgelegd in de "Structuurvisie van Son en Breugel" en het "Masterplan Ekkersrijt".
In 2017 zijn procedures gestart voor diverse bestemmingsplannen t.b.v. woningbouw. De afhandeling er van loopt door tot in 2018. Tegelijkertijd zijn diverse voorbereidingen voor woningbouw getroffen en overige initiatieven begeleid binnen het stedelijk gebied waarvan planprocedures doorlopen tot in 2018 en volgende jaren.
Uitvoering geven aan gronduitgifte en woningbouw in Sonniuspark met een bij de ruimtelijke kwaliteitsdoelstellingen en woningmarkt passende ontwikkeling met zowel projectmatige bouw (koop en vrije sector huur) als vrije kaveluitgifte.
Doel
5.
Gedurende de looptijd van het project Sonniuspark wordt de commissie GZ aan de hand van voortgangsrapportages periodiek bijgepraat en geraadpleegd over de ontwikkelingen in Sonniuspark. Belangrijke ontwikkelingen zijn de verdere ontwikkeling van de projectmatige bouw in de plandelen aan de Bijenlaan, Rooijseweg en de noordelijke clusters. Elk met projectmatige bouw in de verschillende segmenten (koop/huur). Verder wordt ingezet in de verdere verkoop van vrije sector kavels. In alle ontwikkelingen wordt aangesloten bij het behoud van de ruimtelijke kwaliteit in een evenwichtige samenhang met de vraag op de woningmarkt. De verkavelingsvrijheden zoals ook opgenomen in de Toolbox Sonniuspark zullen verder in een nieuw en noodzakelijk te actualiseren bestemmingsplan Sonniupark (eind 2017) worden vastgelegd.
Het actualiseren van het bestemmingsplan "Sonniuspark".
Doel
6.
Zie doelstelling 5.
Uitvoeringsstrategie versneld completeren Sonniuspark.
Doel
7.
Zie doelstelling 5.
Vorm geven, planvoorbereiding, planprocedures diverse ontwikkelingslocaties
Doel
8.
Overeenkomstig de resultaten van het project “Ontwikkelingslocaties Son en Breugel” (olSB) zullen de benodigde ontwikkelingslocaties in de aangewezen urgentie met de aangegeven programma’s operationeel gemaakt worden. De werkzaamheden en monitoring vindt plaats in de ‘Stuurgroep olSB’.
Na de voorbereidingen, de ruimtelijk planologische visie, de contractvorming en afronding van onderzoeken volgt de procedure van het bestemmingsplan als basis voor de verdere realisatie. De werkzaamheden, organisatie en integratie vinden in hoofdzaak in eigen beheer plaats.
Daar waar het initiatieven van derden zijn, worden de kosten in het kader van het ‘kostenverhaal’ bij deze initiatiefnemer verhaald. In de gevallen dat de gemeente zelf initiatiefnemer is, dient rekening te worden gehouden met kosten voor contractvorming, verrichten van onderzoek, opstellen van het bestemmingsplan, digitaliseringsaspecten en dergelijke. Deze kosten worden geraamd in het projectplan en worden met de betreffende exploitatie verrekend.
Bijdragen leveren aan en uitvoering geven aan rijks-, provinciale- en regionaal ruimtelijke ontwikkelingen
Doel
9.
Het gaat met betrekking tot het Rijk om bijdragen in het kader van wetgeving, Omgevingswet (en landelijke omgevingsvisie).
Op provinciaal niveau gaat het om bijdragen in het kader van de "Structuurvisie Provincie Noord Brabant", de "Verordening Ruimte 2014", de provinciale omgevingsvisie en deelname aan het RRO (Regionaal Ruimtelijk Overleg) en dergelijke.
Op regionaal niveau gaat het met name om de "Integrale Strategie Ruimte" en een nieuw regionaal woningbouwprogramma.
Binnen de Metropoolregio Eindhoven en de Stedelijke Regio Eindhoven wordt binnen de nieuwe structuur uitvoering gegeven aan de nieuwe overleg- en werkstructuur. Het gaat daarbij in het bijzonder om de activiteiten ‘economie’, ‘ruimte’ en ‘wonen’. Wij zijn bestuurlijk en ambtelijk betrokken in werkgroepen en projectgroepen van de Metropoolregio en het Stedelijk Gebied Eindhoven.
Uitvoering geven aan de uitvoeringsprogramma’s die verbonden zijn aan centrumvisie Son, decentrumvisie Breugel en de Dommelvisie
Doel
10.
Het centrum van Son en Breugel krijgt via verschillende deelprojecten vorm op basis van de vastgestelde visies en raadsbesluiten. Het gaat om het Raadhuisplein (herinrichting gerealiseerd), het Kerkplein, de MFA in het bijzonder - besluitvorming daarover vindt plaats na de consultatieronde in 2017 - en de renovatie van het gemeentehuis. Deze hoofdmoten zullen in 2018 een verdere concrete uitwerking krijgen richting de realisatie van de plannen.
Vanuit het vastgestelde uitvoeringsprogramma Breugel zijn al diverse deelprojecten gerealiseerd, te weten de aanleg van een kunstgrasveld voor korfbalvereniging Breugel en het plaatsen van fitnesstoestellen bij de speeltuin De Molenwiek. Conform coalitieakkoord zullen aan de raad voorstellen worden voorgelegd voor de verdere ontwikkeling: het uitvoeringsprogramma Breugel Bruist! wordt eind 2017 vastgesteld en in 2018 wordt gestart met de uitvoering.
De follow up van de Dommelvisie is deels gegeven op het terrein van recreatie en toerisme (zie aldaar) en wordt anderdeels betrokken bij de ontwikkeling van het natuurnetwerk (programma 6).
Implementatie Omgevingswet en uitvoering geven aan het "Implementatieplan Omgevingswet Son en Breugel"
Doel
11.
Voor het fysieke domein gaan circa 26 wetten, regelingen en circa 120 Amvb’s die toezien op ruimtelijke ordening, milieu, leefomgeving, wonen, bouwen, mobiliteit e.d. op in de Omgevingswet. De Omgevingswet wordt gevolgd door 4 nieuwe AMvB's, enkele aanpassingswetten, het Digitale Stelsel Omgevingswet, een Overgangsregeling en dergelijke. De Omgevingswet en dergelijke treden medio 2019 in werking.
In 2016 is het "Implementatieplan Omgevingswet Son en Breugel" voorbereid. Het Implementatieplan geeft een overzicht van:
a. op welke momenten de diverse activiteiten (moeten) worden opgepakt;
b. met welke partijen de inhoud van een Omgevingsvisie en een Omgevingsplan worden opgepakt;
c. in welke mate participatie plaats vindt door en informatie verstrekt wordt aan interne en extern
netwerkrelaties;
d. mogelijke organisatorische wijzigingen (organisatie, cultuur, werkprocessen);
e. aanpassing digitale werkstructuur op grond van het Digitaal Stelsel Omgevingswet.
In 2017 is de aanzet tot de implementatie verder vorm gegeven in de notitie "Een ontwikkelingsrichting op weg naar de Omgevingsvisie gemeente Son en Breugel", waarmee in 2017 een concrete start is gemaakt met het implementatieproces. Met de implementatie en de veranderingen die dit met zich gaat meebrengen voor alle beleidsterreinen die werkzaam zijn voor de fysieke leefomgeving, de organisatie, werkprocessen en dergelijke zijn meerdere jaren gemoeid.
Met de notitie "Een ontwikkelingsrichting op weg naar de Omgevingsvisie gemeente Son en Breugel" is meer inzicht ontstaan in de benodigde inzet van (geld)middelen (intern en extern) tot en met het proces van een omgevingsvisie. De Omgevingswet kent een wettelijke verplichting om een omgevingsvisie (te starten in 2017) op te stellen (en een omgevingsplan volgend op een omgevingsvisie).
Daarnaast bestaat op grond van de Omgevingswet de verplichting te voldoen aan de digitale vereisten zoals worden vastgelegd in het Digitaal Stelsel Omgevingswet.
Gelijktijdig dienen informatiebijeenkomsten en opleidingen te worden bijgewoond door alle medewerkers die vanuit hun rol voor de fysieke leefomgeving nodig zijn. Tevens zal de Omgevingswet van betekenis zijn voor de organisatie (cultuur, werkprocessen en organisatie) waarvoor kosten gemaakt moeten worden.
Voor de werkzaamheden in 2018 en volgende jaren, de inhuur van externen, het opstellen van de omgevingsvisie en een omgevingsplan is budget geraamd op basis van het "Implementatieplan Omgevingswet Son en Breugel", de notitie "Een ontwikkelingsrichting op weg naar de Omgevingsvisie gemeente Son en Breugel" en netwerkconsultatie. Landelijke discussie over eventueel vertraagde invoering worden nauwgezet gevolgd, en hebben in samenhang met de prioriteiten van het college en de werkdruk geleid tot een tijdelijke opschorting (kwartaal 4 2017). Begin 2018 worden de werkzaamheden hervat.
De VNG is in overleg met het Rijk om gelden beschikbaar te krijgen. Op dit moment valt daar inhoudelijk nog niets over te zeggen.
Wat doen we voor het klimaat?
Klimaat
Programma 10: Ruimtelijke inrichting
Het klimaatdoel is om de huidige uitstoot (ca. 36.000 ton/jaar) terug te brengen naar 0 ton in 2030.
Begroting 2018 (ton CO2) | Geraamd 2019 | Geraamd 2020 | Geraamd 2030 | |
---|---|---|---|---|
Ruimtelijke inrichting | 36.000 | 33.000 | 30.000 | 0 |
Autonome ontwikkelingen:
- Door het verplichten van een minimuminspanning (verdergaande energieprestatie-eisen), het stimuleren van verdergaande energiemaatregelen en het wegnemen van knelpunten voor de uitrol van technieken wordt gewerkt aan het terugdringen van de CO 2 -uitstoot in de gebouwde omgeving. Een van de uitgangspunten is dat in beginsel geen nieuwe gasnetten meer worden aangelegd in nieuwbouwwijken en dat bij reconstructies i.s.m. de netbeheerder wordt bekeken of andere warmtevoorzieningen gerealiseerd kunnen worden (warmtenetten bv.);
- De uitvoering van de Energieagenda zal grote ruimtelijke consequenties hebben. Een CO 2 -arme energievoorziening heeft meer ruimte nodig dan de huidige energievoorzieningen en is meer zichtbaar in de directe leefomgeving van mensen.
Operationele doelstellingen programma Ruimte:
Het hele programma Ruimte past bij de strategische doelstellingen in programma 9 Milieu en Duurzaamheid op het gebied van Fysieke Leefomgeving.
Concrete duurzaamheidsprojecten die invloed hebben op dit programma zijn:
1. Burgerinitiatief SonEnergie / Sonenbreugelverbindt
"Doelgroep: verenigingen en inwoners van Son en Breugel”
Verschillende partijen binnen Son en Breugel zoals bijv. Sonenbreugelverbindt en Sonenergie worden uitgedaagd om samen met groepen inwoners of met verenigingen projecten uit te voeren op het gebied van duurzaamheid. Het is de bedoeling dat de verschillende initiatieven worden begeleid van idee tot concrete uitvoering van het project. De gemeente faciliteert en ondersteunt de projecten. In 2017 zijn er oriënterende gesprekken geweest met Sonenbreugelverbindt en Sonenergie. Hun plan van aanpak wordt ondersteund door de gemeente en er is gevraagd hiervoor een concreet subsidieverzoek in te dienen, zodat de projecten in 2017 daadwerkelijk opgepakt kunnen worden en in 2018 uitgevoerd kunnen worden.
Start Q1 2017
Eind 2030
Kosten € 10.000,00
Effect bewustwording
2. Prestatieafspraken woningbouwcorporaties
Doelgroep: woningbouwcorporaties’
Jaarlijks worden er prestatieafspraken gemaakt met woningbouwcorporaties. De corporaties hebben zich gecommitteerd om hun woningbestand in 2020 op een gemiddeld energielabel B te brengen en om alle nieuwbouwwoningen met een EPC 0 uit te voeren.
Start Q4 2016
Eind 2030
Kosten € 0,00 Personele inzet
Effect 161 ton CO2
3. Zonnepanelen plaatsen bij particuliere woningeigenaren, (sport)verenigingen, verenigingen van eigenaren en scholen
Doelgroep: verenigingen en inwoners van Son en Breugel
De gemeenteraad Son en Breugel heeft ingestemd met het: Projectplan Zonnepanelenproject Regio Zuidoost Brabant. In dit project gaan diverse gemeenten in het MRE gebied zonnepanelen aanbieden aan particuliere woningeigenaren, (sport-) verenigingen en VvE’s (verenigingen van eigenaren), waarbij de gemeente het volledige traject van aanschaf, financiering en garantie voor haar rekening neemt door middel van een overeenkomst met een serviceprovider die in regionaal verband wordt aanbesteed. Dit project is een afgeleide van het succesvolle zonnepanelen project in de gemeente Landgraaf. Uitgangspunt is dat binnen 15 jaar de bewoners de zonnepanelen volledig hebben terugbetaald. Het is de verwachting dat ongeveer 500 huishoudens gebruik gaan maken van deze maatregel. De datum van de eerste plaatsing van de zonnepanelen is naar verwachting begin 2018."
Start Q2 2017
Eind 2030
Kosten € 0,00
Effect 672 ton CO2 (wordt meegenomen in programma 9)
4. Nieuwbouwlocaties
Doelgroep: particulieren, projectontwikkelaars
Bij alle nieuwbouw of renovatie projecten worden, indien mogelijk, via een anterieure overeenkomst of inkoopvoorwaarden, afspraken gemaakt over:
- Levensloopbestendigheid
- Geschikt of geschikt te maken voor meerdere gebruiksvormen
- Flexibele gebruiksinrichting
- Flexibele duurzame kantoorinrichting
- Inspirerende werkomgeving
- Mobiele werkomgeving: ongebonden aan vaste werkplek, faciliteren thuiswerk
- Optimaal gebruik water
- Gebruik regenwater
- Beperken verbruik van water
- Ontharden van omgeving (waterinfiltratie in plaats van afvloeiing).
- Duurzaam bouwen
- FSC hout
- Gebruik van natuurlijke of gerecyclede materialen.
Als eis geldt minimaal een GPR van 8+ en bij ontwikkelingen binnen de eigen organisatie geldt: klimaatneutraal.
Start Q1 2017
Eind 2030
Kosten n.v.t.
Effect beperking van nieuwe CO2 uitstoot
5. MVI manifest actieplan
Door de ondertekening van het MVI manifest en het bijbehorende actieplan MVI, wordt bij alle aanbestedingen structureel rekening gehouden met duurzaamheidscriteria, sociale werkgelegenheid en economische aspecten zoals regionale werkgelegenheid. Het actieplan gaat deel uit maken de inkoopstrategieën die nodig zijn voor aanbestedingen binnen de gemeente. Daarmee wordt invulling gegeven aan de doelen uit de beleidsnota Duurzaamheid 2016-2020.
6. Het Natuurnetwerk Brabant
Het Natuurnetwerk Brabant realiseren, waarmee natuurgebieden beter met elkaar en met het omringende agrarisch gebied worden verbonden. Hiervoor zal een intentieovereenkomst worden afgesloten met de betrokken partners. Het totale project heeft een looptijd van 5 jaar.
Start Q1 2017
Eind 2023
Kosten € 0,00 Personele inzet
Effect Versterken flora en fauna
Bijdrage verbonden partijen aan dit programma.
In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma zijn verbonden. De bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-.
Zowel de baten als de lasten worden als positieve bedragen weergegeven. Het saldo wordt weergegeven als negatief als er meer lasten zijn dan baten en als positief als er meer baten zijn dan lasten.
Wat gaat het kosten?
Omschrijving | Werkelijk 2016 | Begroting 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | 7.281 | 13.177 | 11.809 | 12.697 | 2.204 | 1.293 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lasten | 7.582 | 13.946 | 12.252 | 13.100 | 2.569 | 1.563 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mutaties eigen vermogen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toevoegingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onttrekkingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Saldo reservemutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Totaal saldo baten en lasten | -301 | -769 | -443 | -403 | -365 | -270 |